Over liefde en leren om blijvend lief te hebben.
Ik herinner me een avond, jaren geleden. Mijn partner en ik zaten zwijgend aan tafel. Geen ruzie, geen spanning. Gewoon… stilte. Niet de comfortabele soort, maar die stille ruimte waarin je ineens beseft: vroeger spraken we meer, lachten we vaker, zochten we elkaars blik.
Het was geen drama, geen breuk, maar een zacht besef dat iets was verschoven. Niet in één klap, maar langzaam, haast onmerkbaar. De verliefdheid van het begin - die stroomversnelling van hartkloppingen en kleine gebaren - had plaatsgemaakt voor iets anders.
Gewoonte, misschien. Of de ruis van het dagelijks leven.
Elke relatie kent zo’n moment. Of je nu twee jaar samen bent of twintig.


In het begin gaat alles vanzelf. Je wordt verliefd, je voelt je aangetrokken, je mist de ander zodra hij of zij de kamer verlaat. De kleinste dingen - een bepaalde lach, scheve blik, onhandige uitspraak - zijn vertederend. Je hoeft er niets voor te doen. Het overkomt je.
Niet voor niets noemen we het “Falling in love”.
Soms zeggen mensen: "Ik werd van mijn sokken geblazen". Alsof je daar gewoon stond, nietsvermoedend, en de liefde je vol raakte. Ongepland, ongevraagd, maar onweerstaanbaar.
Maar dan, na verloop van tijd, verandert de dynamiek. Niet omdat er iets fout gaat maar omdat verliefdheid altijd tijdelijk is. Wat ooit licht en sprankelend voelde, wordt doffer. De vanzelfsprekende aanraking blijft uit. De eigenaardigheden die je ooit grappig vond, irriteren nu. En ergens tussen boodschappen, werk en de wasmand vraag je je misschien af: "Is dit het nog wel?"
Die twijfel is niet uitzonderlijk, ze is juist universeel.
Het is vaak in die fase dat mensen zich afvragen of ze wel met de juiste persoon samen zijn. Ze kijken terug naar het begin, verlangen naar die euforie, en denken dat die alleen nog elders te vinden is. Maar hier schuilt een misvatting.
De sleutel tot een duurzame relatie is niet het vinden van de juiste persoon. Het is leren blijvend lief te hebben van degene die je al gekozen hebt.
Wanneer we ontevreden zijn, zoeken we het vaak buiten onszelf; een andere partner, een nieuwe passie, meer werk, meer vrijheid. Maar zelden ligt de oplossing daar. Want wat we missen is niet per se de ander, maar de verbinding.
Dat vraagt aandacht. Toewijding. Soms ook moed. Want liefde is geen automatische stroom waar je je alleen maar in mee hoeft te laten voeren. Het is iets dat je actief voedt. Iets waarvoor je kiest - juist als het even niet vanzelf gaat.
Friedrich Nietzsche zei het ooit treffend: "Het is niet een gebrek aan liefde, maar een gebrek aan vriendschap dat ongelukkige huwelijken maakt"
Liefde is geen mysterie. Het is werk. Maar mooi werk - als je bereid bent het te doen. Het vraagt geen perfectie, maar bereidheid. Geen eindeloze passie, maar aanwezigheid. En vooral; de dagelijkse beslissing om opnieuw “Ja” te zeggen tegen elkaar.
Niet omdat het altijd makkelijk is, maar omdat het de moeite waard is.