Het Projectiemechanisme
Het projectiemechanisme houdt in dat iemand onbewust eigen gevoelens, gedachten of verlangens toeschrijft aan anderen. Dit kan zich ook voordoen in de context van de liefde. Een voorbeeld:
Stel je voor dat iemand, laten we haar Anne noemen, zich onzeker voelt over haar eigen aantrekkelijkheid. In plaats van deze gevoelens van onzekerheid te erkennen, projecteert ze deze op haar partner, Tom. Ze begint te denken dat Tom haar niet aantrekkelijk genoeg vindt, hoewel er geen aanwijzingen zijn dat dit het geval is. Ze interpreteert kleine ‘signalen’, zoals Toms afwezigheid of een kortere glimlach, als bewijs van zijn gebrek aan interesse, terwijl dit misschien helemaal niet het geval is.
Anne projecteert dus haar eigen onzekerheden over haar uiterlijk en liefde op Tom. Ze ziet hem niet zoals hij is, maar door het filter van haar eigen angst en onzekerheid. Dit kan leiden tot misverstanden, conflicten en zelfs afstand in de relatie, omdat de gevoelens van Anne niet op Tom gebaseerd zijn, maar op haar eigen innerlijke gevoelens.
Of iemand, laten we hem Mark noemen, komt net uit een lange relatie. Hij heeft er moeite mee om die relatie los te laten, maar in plaats van zijn eigen verdriet en onzekerheid toe te geven, begint hij te denken dat zijn ex (Lotte) de hele tijd nog aan hem denkt en hem mist. Hij ziet bijvoorbeeld dat ze iets op social media heeft gepost waarvan hij denkt: "Oh, dit is een hint dat ze me mist!" Terwijl Lotte in werkelijkheid waarschijnlijk gewoon iets deelt omdat ze dat leuk vindt of omdat het iets is dat haar nu bezig houdt.
Mark projecteert dus zijn eigen gevoelens van verlangen en gemis op Lotte, zonder echt te weten wat zij voelt. Dit kan ervoor zorgen dat hij zich voortdurend richt op wat hij denkt dat zij voelt, en niet op wat er werkelijk tussen hen speelt.
In deze voorbeelden zie je hoe het projectiemechanisme werkt: iemand projecteert gevoelens van zichzelf op een ander, wat kan leiden tot onterechte conclusies en een negatieve dynamiek in een relatie.
Net zoals we geneigd zijn aan te nemen dat de wereld werkelijk is zoals we deze zien, veronderstellen we, enigszins naïef, dat mensen ook écht zo zijn zoals we denken dat ze zijn. In het laatste geval is er helaas geen wetenschappelijke test die het verschil tussen perceptie en werkelijkheid kan bewijzen. Hoewel de mogelijkheid van grove misleiding bij mensen oneindig veel groter is, blijven we toch halsstarrig onze persoonlijke eigenschappen projecteren op onze medemensen.
Zoals Jung zegt:
Tenzij we liever voor de gek worden gehouden door onze illusies, zullen we, door elke fascinatie zorgvuldig te analyseren, er een deel van onze eigen persoonlijkheid uithalen. En door deze ervaringen wijs geworden, langzaam beseffen dat we onszelf keer op keer ontmoeten in duizend vermommingen in de ander.
Als we ons sterk aangetrokken (of afgestoten) voelen tot een persoon, loont het zich om deze gevoelens te onderzoeken. Dat kan je natuurlijk op eigen kracht doen, of wellicht dat een van onze relatiecoaches je daarbij kan helpen…